U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Leven na de dood: 

a) "   "  "  " ... in de bijbel

b) "   "  "  " ... in de kerkgeschiedenis

c)  schrijvers over leven na de dood

inleiding 

Kunnen wij, levend en wel, iets met zekerheid zeggen over een 'leven na de dood'? Nee. Niet echt. Maar dat belet ons niet om er tóch over te denken en te schrijven. Al heel lang. En overal ter wereld. We gaan ons hier beperken tot de christelijke, westerse traditie, en beginnen met wat de bijbel erover te zeggen heeft. Daarna komt, kort, de officiële kerkelijke theologie van de afgelopen 2000 jaar aan het woord, maar daarmee zijn we nog lang niet aan het einde. Er is een enorme lange literatuurlijst samen te stellen van boeken over dit onderwerp, materiaal afkomstig uit wetenschappelijk onderzoek, verhalen van 'ervaringsdeskundigen' (mensen die een BDE-ervaring beschrijven, mensen die visioenen zeggen gehad te hebben, mediums die overledenen laten spreken) en ten slotte ook de meer esoterische theorieën vanuit theosofische, antroposofische en modern-spirituele richting. Ook al is wat wij 'hemel' of 'hiernamaals' noemen geen aardse, materiële werkelijkheid, toch zijn zeer velen overtuigd van een geestelijke, spirituele werkelijkheid die we dan met onze beperkte mogelijkheden niet helemaal kunnen doorgronden, maar waar we toch van kunnen weten. 

 

Er is al een begin gemaakt op deze website met het beschrijven van deze boeiende ontwikkelingen. Laten we alvast twee langere citaten doorgeven, de eerste van Dionysius, uit de vijfde eeuw, die een toonaangevend boek schreef over hemel en engelen. Zijn beschrijvingen zijn eeuwenlang heel letterlijk opgevat, maar zelf is hij zich zeer bewust van de menselijke onmogelijkheid om de hemel in stoffelijke vormen te beschrijven. We kunnen hoogstens vergelijkingen maken, symbolisch te werk gaan. Als in de bijbel de hemel beeldend wordt beschreven, Hemels visioen EzechiëlHemels visioen Ezechiëlzegt Dionysius (vertaling Ben Schomakers, pag 215) daarover: 'want de straal van God-als-beginsel kan haar licht niet anders op ons doen schijnen dan door zich met het bonte mozaïek van de heilige omhulsels toe te dekken zodat wij omhoog geleid worden, en het zo voor ons geschikt te maken ... zodat we niet als al die anderen in de onheilige gedachte vervallen dat de hemelse en god-achtige intellecten werkelijk een soort wezens met vele voeten en vele gezichten zijn die de dierlijke vorm van runderen of de beestachtige gedaante van leeuwen gekregen hebben...' 

 

Hans Stolp (boek 'Waar haal je het vandaan?' Uitg. Ankh-Hermes 2011, blz 68) schrijft veel over esoterisch christendom. Van hem een citaat over het hiernamaals die veel mensen met een christelijke opvoeding zullen herkennen:

 

'In mijn jeugd had ik geleerd dat wij mensen na onze dood óf naar de hemel, óf naar de hel zouden gaan. Katholieken zijn nog iets rijker: zij kennen naast deze beide mogelijkheden ook nog de mogelijkheid van het vagevuur (ook wel het purgatorium genoemd). Net als zovelen van mijn generatie kon ik mij echter bij de hemel en de hel niets voorstellen wat mij aansprak, laat staan bij het vagevuur.

Van de hemel werd ons verteld dat wij er ten eeuwigen dage zouden staan zingen, gehuld in een wit gewaad. En dat leek ons als kind het toppunt van saaiheid en zeker niet iets om naar te verlangen.

Nu besef ik intussen dat het witte gewaad een symbool is en vooral niet letterlijk moet worden genomen. Het is namelijk het symbool van zuiverheid en reinheid. En inderdaad: als men in de geestelijke wereld wil opklimmen naar hogere werelden zijn daar oprechtheid, zuiverheid en een innerlijke gerichtheid op de liefde voor nodig. In mijn jeugd begreep ik echter niet dat je zulke beelden symbolisch – ofwel: naar hun geestelijke betekenis – moest opvatten: het werd ons slechts naar zijn letterlijke betekenis voorgehouden.

Net zo was het met het begrip hel: ook daar konden we ons als kind niets bij voorstellen. Je zou er – als je daar terechtkwam – voor eeuwig branden voor je zonden, zonder ooit nog op betere tijden te kunnen hopen. Nu besef ik dat de beelden van de hel 'slechts' willen uitdrukken dat er mensen zijn die na hun dood opgesloten raken in de sfeer van hun eigen egoïsme, hun ontembare driften en agressies en die maar moeilijk kunnen loskomen van zichzelf. In wezen waren ze op aarde al de gevangene geworden van hun egoïsme enzovoort, maar nu, na de dood, laat zich die gevangenschap niet meer verhullen, wat op aarde nog wel mogelijk is. Daarmee is de hel het beeld geworden van de geestelijke sfeer in het leven na de dood, waar mensen leven die alleen nog maar zichzelf zien staan.

Hemel en hel: naar hun letterlijke betekenis genomen (en de meeste mensen in onze tijd weten niet dat je ze ook anders kunt opvatten) zijn het beelden die de huidige mens niet meer aanspreken en daarom niet de zeggingskracht hebben die ze voor vroegere generaties nog wel bezaten.

(Stolp vertelt dan van een verschijning van zijn broer, na diens dood: 'ineens wist ik met alle vezels van mijn hart dat de dood niet het definitieve einde is, maar de doorgang naar een andere, geestelijke wereld').

dos angeles - James Odayados angeles - James Odaya

 

 Naar 'Leven na de dood' in de bijbel >