U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Citaten uit de literatuur m.b.t. engelen:

Wil je zelf ook iets delen of opmerken? Je mail is welkom!

Bernardini Luini, 1520Bernardini Luini, 1520

  

(Uit: 'Engelen binnen handbereik"  Lorna Byrne)

Als je ook maar een beetje sceptisch of zelfs cynisch bent, stel jezelf dan eens de vraag wat je te verliezen hebt als je je openstelt voor de mogelijkheid van een beschermengel.

 

 

  

(uit: ''Shikasta' -  Doris Lessing (inleiding)  

Ja, ik geloof dat het mogelijk is, en niet alleen voor romanschrijvers, om 'contact te maken' met een bovengeest, of oergeest, of een onderbewuste, of wat u maar wilt; en dat dit veel onwaarschijnlijke zaken en 'toevalligheden' verklaart.

 

(uit: 'Het geheim van de engelen' - Prinses Märtha Louise en Elisabeth Nordeng) 

Engelen bestaan uit zuivere godskracht – uit zuiver licht dus. Hun karakter is zijn en scheppen. Engelen zijn zuivere energie. Dat wil zeggen dat ze niet afhankelijk zijn van tijd en ruimte. Ze kunnen op meerdere plaatsen tegelijk zijn. Dat betekent dat jij en anderen op hetzelfde moment contact kunnen hebben met dezelfde engel. 

 

(Uit: 'Leven met engelen' van Hans Stolp)

Wil je gevoelig worden voor de engelen, wil je de geschenken die zij te geven hebben ook daadwerkelijk gaan ervaren in je leven, dan zul je tegelijk met jezelf aan het werk moeten. Dan zul je met heel je hart moeten gaan zoeken naar zuiverheid, oprechtheid en onbevangen liefde in je leven. 

  Guido Joseph 'Het Hoogste Woord'Guido Joseph 'Het Hoogste Woord'

Gebed (Uit: Goed Nieuwsbrief 72, Roelof Tichelaar)


Lieve God,
Ik dank U voor de engelen die ook om mij heen
Wilt U mijn geestelijke zintuigen openen,
zodat ik zal verstaan wat zij mij duidelijk willen maken?
Want als geestelijke boodschappers van U
zijn zij er om ons de weg van de waarheid te wijzen,
een weg die voor ieder mens uniek is.
Dat de deur van mijn hart voor hen niet gesloten mag zijn,
maar wijd open mag staan,
zodat ik Uw woord zal verstaan.
Amen. 

 

  

Johannes Calvijn, ´Institutie´ 1536/1559:

´Dat de engelen hemelse geesten zijn, wier dienst en gehoorzaamheid God gebruikt om al zijn besluiten uit te voeren, leest men overal in de Schrift. Daarom is hun ook die naam van ‘engelen’ (= ‘boden’) toegekend, omdat God hen als het ware als tussenboden aanwendt om zich aan de mensen te openbaren.’

    

Uit : 'Omgaan met engelen' White Eagle; Ankh-Hermes (2003); slot:

'Wanneer de geboorte van Christus op aarde wordt gevierd, komen de grote aartsengel Michaël en zijn scharen dichtbij en brengen op hun ademtocht de blijde tijdingen mee dat de Zoon, de vredevorst, opnieuw geboren is. De aarde wordt opnieuw gedoopt met het licht van God. ..Wanneer de mensen van de aarde ontvankelijker zullen zijn voor zijn wijsheid en liefde, zullen ze te zijner tijd mogen zien hoe glorieus het leven op de aarde zou kunnen zijn en hoe het leven zal worden wanneer de harten van alle mensen één zijn met het hart van het universum. 

Het zwaard dat Michael hanteert is dat van spirituele waarheid, dat Christus al zijn volgelingen ter hand stelt - de waarheid van de geest, of de Zoon van God die in ieders hart woont. Dit is het wapen dat je veilig door elke crisis in je leven zal loodsen, je kracht zal schenken om elk obstakel te overwinnen. Dus mijn kinderen, wees niet bang. Stem je af op dit onzichtbare gezelschap van engelen en je zult merken dat hun macht zich in je dagelijks leven kenbaar maakt.'

 

Uit: 'De Engelen Gods' - Dr. Abraham Kuijper - Kok Kampen 1923

Wat onze Heidelbergse Catechismus bij de uitleg van de derde bede nog als bewust veronderstelt, dat het : 'Uw wil geschiede' betekent: 'Geef dat ook ik uw wil op aarde mag volbrengen, gelijk uw engelen in de hemel doen', is thans bijna helemaal uitgesleten en van de honderd die het 'Onze Vader' bidden, durven we wel zeggen dat er stellig negentig zijn, die die derde bede telkens mee bidden, of zelf bidden, zonder ook maar één ogenblik aan de dienst der engelen te hebben gedacht...

    

Uit : 'Omgaan met engelen' White Eagle; Ankh-Hermes (2003); slot voorwoord Anna Hayward:

'Door contact te hebben met het engelenleven - al was het alleen maar door erover te lezen - denk ik dat we steeds meer gaan beseffen hoe diep we worden liefgehad en door welke macht, wijsheid en compassie ons leven wordt geleid en gedragen.'

  

Maarten Luther, Michielspreek 1531:

‘Zo zeker als ik nu naar huis ga, mij op bed leg en weet dat de goede engelen het bevel hebben om op mij toe te zien, even zeker ben ik ook dat, als ik mijn laatste tocht maak onder de aarde in het graf naar de wormen, de lieve engelen ook daar zullen zijn en mij begeleiden.’ 

    

Uit: ' Echo’s uit de eeuwigheid', blz.168 Ten Have (2002) ; John O'Donohue:

'De engelen brengen in de ziel de gewijde melodieën van inspiratie en licht en schoonheid tot klinken. Ieder van ons kan ervoor kiezen vriendschap te sluiten met zijn of haar engel. Ook als wij dat niet doen, blijft onze engel toch voor ons werken. Als wij dat uitdrukkelijk wel doen, bereiken we een nieuwe diepte en een nieuw gevoel van aanwezigheid. Dat bevrijdt u uit de grauwe muren van de innerlijke gevangenissen waarin het leven de weg kwijt is en zich in een impasse bevindt. In zekere zin is uw engel de stem en de aanwezigheid van het oude goddelijke verlangen in u. Dit verdrijft u uit alle valse verbondenheid totdat u komt in het goddelijke ritme waarin verlangen en verbondenheid één zijn.

 

 

Czeslaw MiloszUit: 'Gedichten', Czeslaw Milosz, vertaling Gerard Rasch, uitgeverij Atlas 2003Over

engelenUw witte gewaden zijn u afgenomen,
en uw vleugels en zelfs uw bestaan,
ik echter geloof in u,
Boodschappers.Daar waar de wereld binnenstebuiten is gekeerd,
een zwaar weefsel, geborduurd met sterren en dieren,
wandelt u en inspecteert de steken die de waarheid zeggen.U verblijft hier kort, ik denk,
in de vroege ochtendstond, als de hemel schoon is,In een melodie die door een vogel wordt herhaald
of in de geur van appels tegen de avond,
wanneer het licht de boomgaarden betovert.Men zegt dat iemand u verzonnen heeft,
maar mij overtuigt dat niet,
want de mensen hebben ook zichzelf verzonnen.Uw stem- dat is wel een bewijs,
want het is ontwijfelbaar de stem van stralende wezens,
licht, gevleugeld (waarom ook niet?),
met bliksem omgord.Ik heb menigmaal die stem gehoord terwijl ik sliep
en, wat meer verwonderlijk is, ik begreep min of meer
zijn bevel of roep in een bovenaardse taal:
het is dadelijk dag,
weer dag,
doe wat je kunt.

 

Lorna Byrne, ´Hoog in de hemel´

´Alle mensen hebben een eigen beschermengel, ongeacht hun geloof, nationaliteit en huidskleur, zelfs als ze geen godsdienst hebben en nergens in geloven. Ik heb mijn hele leven nog nooit iemand gezien die geen beschermengel heeft. Dus of je het nu gelooft of niet, je hebt een beschermengel die je probeert te helpen. Je engel is een geschenk van God.´

    

Uit: channeling van Pamela Kribbe:

Contact met engelen en gidsen spreekt jullie aan, omdat je weet dat zij jullie kunnen helpen herinneren aan wie je bent, en wat je hier komt doen. En dat is ook de functie van gidsen: zij slaan een brug tussen jou en je diepste innerlijk weten. Tussen je persoonlijke zelf en je ‘grotere’ zelf dat zoveel meer is dan dit lichaam, en deze persoonlijkheid waar je nu in woont. En deze brugfunctie vervullen je gidsen met liefde. Het is hun doel jou te omarmen, in onvoorwaardelijke liefde, en jullie zo te herinneren aan ‘thuis’. Aan een laag van zijn, een sfeer, die eigenlijk het meest vanzelfsprekende en het meest natuurlijke is wat er bestaat. De sfeer van ‘zijn’. Onvoorwaardelijk zijn wie je bent.

 

 Edgar Cayce (1877-1945)

Engelen zijn boodschappers tussen God en ons. Zij helpen de hemel op aarde te brengen en de woorden van het Onze Vader: ‘Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde’, te vervullen.’   

 

 

Theresia van Avila (1515-1582) beschrijft het hemelse licht:

'Het is een schittering die niet verblindt. Het is als een zacht licht van glans doordrongen. Het streelt het oog zonder het te vermoeien. Het licht waarin je die Goddelijke schoonheid aanschouwt, is totaal anders dan het licht hierbeneden. Zelfs het zonlicht dat we kunnen zien is daarbij vergeleken dof. Vertoont het zich, dan zou je, nadat je het gezien had, je ogen gesloten willen houden. Het is als heel helder water, waarin de zon zich spiegelt terwijl het over een kristal stroomt, met daarnaast troebel water dat onder donkere wolken over de aarde loopt.'  

 

Johannes Calvijn, ‘Institutie’  1536/1559:

‘Het is niet passend dat zonder eer aan die instrumenten (Calvijn spreekt hier over de engelennaam ‘Heerschappijen’) zou worden voorbij gegaan, waardoor God in het bijzonder de aanwezigheid van zijn Wezen kenbaar maakt. Ja, zelfs hierom worden ze meer dan eens ‘goden’ genoemd, omdat ze in hun dienst, als in een spiegel, ons de Godheid in zeker opzicht aanschouwelijk maken.’ 

    

 

Uit een artikel van Auke Jelsma (emeritus-hoogleraar theol.universiteit Kampen): Toetsing:

 

‘Visioen en visie, die twee hangen samen. Uiteraard dienen beide op hun waarde getoetst te worden. Niet elke visie deugt. Niet elk visioen is vruchtbaar. De criteria die de Franse theoloog Jean Gerson voor de uiteindelijke beoordeling van doorgeven en visioenen ontwikkelde, kunnen bij de behoordeling nog steeds helpen. Mensen die dergelijke verschijnselen ontvangen, dienen zijns inziens over de vijf deugden te beschikken, waardoor ook Maria gekenmerkt werd toen de engel Gabriël haar verscheen, namelijk: nederigheid, discretie, geduld, waarachtigheid en liefde.

Wie zich dus autoriteit toe-eigent op grond van hemelse openbaringen deugt niet, die mist nederigheid. Wie zich opdringerig en aanmatigend gedraagt, mist discretie. Wie onmiddellijke erkenning opeist, kent geen geduld. Wie anderen met behulp van doorgevingen probeert te manipuleren, die is onbetrouwbaar. Wie niet bewogen wordt door liefde, deugt niet, die is vooral op eigen roem en voordeel uit. Kijk, zulke criteria kunnen helpen bij de beoordeling van bijzondere verschijnselen, ook als die ons zelf vreemd zijn. Ze kunnen trouwens ook van dienst zijn, als wij zelf ervaringen opdoen die wij als stimulans van hogerhand of als waarschuwing van de overzijde beleven. Het is best de moeite waard hiervoor open te staan. Juist op beslissende momenten kunnen mensen door bijzondere ervaringen verrast worden. Onverwachts dalen ze neer, als sneeuwvlokken in een donkere nacht. Het zou toch zonde zijn, als wij dergelijke geschenken niet willen aanvaarden.’

 

 

 

Bernardus van Clairveaux (1090-1153)

God bemint in de Serafs als liefde, kent in de Cherubs als waarheid, zetelt in de Tronen als gerechtigheid, heerst in de Hoogheden als majesteit, regeert in de Heerschappijen als vorst, beschermt in de machten als heil, werkt in de Krachten als kracht, openbaart in de Aartsengelen als licht, is in de Engelen aanwezig als zorg.’

 

Maarten Luther, Michielspreek 1531:

‘Zodra je de ogen sluit, zul je opgewekt worden. Duizend jaren zullen lijken alsof je een halfuurtje hebt geslapen. Net zoals we ’s nachts het uur niet horen slaan en niet weten hoe lang we hebben geslapen, zullen veel meer nog in de dood duizend jaar snel voorbijgegaan zijn. Voor iemand kan omkijken, is hij al een mooie engel.’

   

    

Elizabeth Kübler-Ross (schrijfster over o.a. bijna-dood-ervaringen):

Belangrijk is te weten dat ieder mens afzonderlijk, vanaf zijn eerste ademhaling tot het moment waarop hij zich overgeeft aan de grote verandering en zo zijn fysieke existentie beëindigt, wordt omgeven door geleiders en beschermengelen die hem opwachten en hem bij de overgang van het aardse bestaan naar het leven in het ‘hiernamaals’ behulpzaam zullen zijn.

 

 

 

Malcolm Godwin 'Engelen, een bedreigde soort':

‘Veel psychologen zouden beamen dat het hele imaginaire aspect van de engelverschijningen passend kan worden omschreven als ‘zien is geloven’ of ‘geloven is zien’. In beide situaties is geloof het uitgangspunt. Eenvoudig gezegd heeft iemand die, ondersteund door een bepaald geloofspatroon, een bijzondere ervaring verwacht op te doen een veel grotere kans op een daadwerkelijke realisering van zijn ervaring.(…) Hoe veel cruciale boodschappen van ‘boven’ zijn voor de mensheid verloren gegaan omdat de ontvanger niet kan bevatten wat werkelijkheid lijkt te zijn, gewoon omdat het niet binnen zijn of haar geloofssysteem past?’   

 

 

Plato, 'Symposion', na 385 vC:

(In het oude Griekenland speelt een ‘daimon’ of het ‘daimonische’ een positieve rol. Het benadert de taken die later de engelen vervullen. Veel later pas werd het woord ‘demon’ gebruikt voor kwade geest)

‘Al het daimonische staat tussen het goddelijke en het sterfelijke in. Het heeft de macht van een bemiddelaar, die wat van de mensen komt aan de goden doorgeeft en wat van de goden komt aan de mensen. Van de ene kant worden gebeden en offers gebracht, van de andere kant opdrachten en beloningen. Door tussen beide werelden in te staan vult het ze aan, zodat het geheel onderling hecht verbonden is.’